Het Tokyo Institute of Technology organiseerde een architectuurwedstrijd waarin werd gevraagd om een paviljoen dat informele bijeenkomsten kon huisvesten op de centrale binnenplaats van hun hoofdgebouw, als onderdeel van een strategie om het leven op de campus te verbeteren.
Het winnende voorstel verwierp echter het idee om een achitectonisch object toe te voegen en koos in plaats daarvan voor een ruimtelijke interventie op het grensvlak tussen ergens architectuur, landschap en openbare ruimte.
De interventie bestaat in hoofdzaak uit twee semi-transparante gordijnen met een lengte van totaal 90m. De gordijnen hangen aan een gekromde rails die om en door de bestaande beplanting is geplaatst. In combinatie met drie ronde banken -diameter 6m- vormen ze een ruimtelijke interventie in de rechthoekige (neo-) klassieke binnenplaats. Middels minimale middelen is een maximaal ruimtelijk effect ontstaan waarbij de symmetrische courtyard is getransformeerd tot een plek waar geen enkele ruimte identiek is.
Naast de ruimtelijke interventie is de flexibiliteit in gebruik en vorm een belangrijke kwaliteit van het plan. De gordijnen kunnen volledig geopend worden voor grote openbare aangelegenheden waarbij een vrije doorgang is vereist, en volledig gesloten worden waardoor er half-omsloten ruimten voor informele ontmoetingen ontstaan.
Archined: ‘De ontwerpers hebben de Europese traditie van het creĆ«ren van plaatsen voor ontmoeting in de openbare ruimte, trefzeker weten te combineren met een gevoel voor Japanse gelaagdheid en transparantie en precisie in de detaillering.’
Locatie: Tokyo, Japan
Opdrachtgever: Tokyo Institute of Technology (JP)
Programma: Ontmoetingsruimte, Openbare ruimte
Oppvervlak: 1.000 m2
Prijsvraag: 2002, 1e prijs. Oplevering: 2003
Project team: Jarrik Ouburg, Mark Veldman
Adviseurs: Tokyo Institute of Technology